In onderstaande
diagram zijn alle delen weergegeven. Stuk A heeft twee inkepingen, stuk B drie
inkepingen, stuk C slechts één inkeping en stuk D, het sluitstuk, is volledig
massief. Voor de puzzel zijn er drie B-stukken nodig. De overige stukken komen
eenmaal voor in de puzzel. Voor stuk A kan je het rechter deel van de werktekening
gebruiken. Stuk C maakt je met het linker deel van de werktekening.
Voor het maken van de drie B-stukken moet je de twee werktekeningen over elkaar heen projecteren.
Werktekening
Voor uitleg over het gebruik van de werktekening klik hier.